Mme Laloy et consorts déposent un amendement (doc. Sénat, nº 2-621/2, amendement nº 2), visant à remplacer, au point A de l'article 3, le délai de six mois par un délai de quatre mois entre la signification du jugement d'expulsion et son exécution, afin d'éviter l'effet pervers que pourrait constituer l'augmentation des dettes qui pèsent sur le locataire.
Mevrouw Laloy c.s. dient een amendement in (stuk Senaat, nr. 2-621/2, amendement nr. 2), dat ertoe strekt in punt A van artikel 3 de termijn van zes maanden te vervangen door een termijn van vier maanden tussen de betekening van het vonnis van uithuiszetting en de uitvoering ervan, om het averechts effect van de verhoging van de schuldenlast van de huurder te voorkomen.