« Art. 92. Par dérogation aux articles 6, alinéa 3, 7, 21, alinéa 1, et 24 de l'arrêté royal du 29 juin 1973 portant statut pécuniaire du personnel des ministères, pour le charg
é de mission revêtu auparavant du grade de chargé de mission (R.10), l'inspecteur de la navigation (pont) revêtu auparavant du grade rayé d'inspecteur maritime (pont) (R.10) ou de commissaire maritime (R.10), l'inspecteur de la navigation en chef (pont) revêtu auparavant du grade rayé de commissaire maritime en chef (R.13), le directeur nautique revêtu auparavant du grade de directeur nautique (R.13) et l'inspecteur de la navigation en chef (pont) revêtu auparava
...[+++]nt du grade rayé d'inspecteur maritime en chef (pont) (R.13), tous les services prestés auparavant dans le groupe A sont censés intégralement être prestés dans le groupe B».« Art. 92. In afwijking van de artikelen 6, derde lid, 7, 21, eerste lid en 24 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries, worden voor de zendingsgelastigde voor
heen bekleed met de graad van zendingsgelastigde (R.10), de scheepvaartinspecteur (dek) voorheen bekleed met de geschrapte graad van zeevaartinspecteur (dek) (R.10) of van waterschout (R.10), de hoofdscheepvaartinspecteur(dek) voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdwaterschout (R.13), de nautisch directeur voorheen bekleed met de graad van nautisch directeur (R.13) en de hoofdscheepvaartinspecteur (de
...[+++]k) voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdzeevaartinspecteur (dek) (R.13), alle vroeger in groep A gepresteerde diensten integraal geacht te hebben behoord tot groep B».