8. note que dans leur déclaration, les chefs d'État et de gouvernement se déclarent "unis [...] en faveur de la protection des droits de l'homme sur les deux continents" ; insiste sur le principe d'universalité de ces droits, auquel doivent correspondre tout particulièrement les actions prévues dans le cadre du "partenariat pour la gouvernance démocratique et les droits de l'homme";
8. neemt er kennis van dat de staatshoofden en regeringsleiders in hun verklaring bevestigen verenigd te zijn in hun streven naar bescherming van de rechten van de mens op de twee continenten; beklemtoont het beginsel van het universele karakter van deze rechten, waaraan in het bijzonder de acties in het kader van het "partnerschap inzake goed democratisch bestuur en mensenrechten" moeten beantwoorden;