59. observe que les services publics, dont les service publics de radiodiffusion et de télévision, jouent un rôle significatif dans les activités citoyennes et économiques dans la mesure où ils contribuent à la cohésion sociale, au débat démocratique et au pluralisme en Europe; souligne, en outre, qu'un cadre juridique européen régissant la société de l'information et des communications doit veiller à ce que les services publics de radiodiffusion et de télévision soient à même de contribuer au développement technologique et social sans pour autant cesser d'assumer leur fonction sociale;
59. stelt vast dat de overheidsdiensten en openbare omroepdiensten een belangrijke rol moeten spelen bij activiteiten van burgers en het bedrijfsleven, aangezien zij bijdragen tot de sociale cohesie, het democratisch debat en pluralisme in Europa; wijst er voorts op dat een Europees wettelijk kader voor de informatie- en communicatiemaatschappij moet waarborgen dat openbare omroepdiensten deel kunnen hebben aan de technologische en maatschappelijke ontwikkeling en hun sociale functie kunnen blijven vervullen;
