2. Nonobstant le paragraphe 1 et sous réserve de l'article 11, la juridiction peut, pour autant que la procédure n'en soit pas indûment retardée, utiliser également toute autre méthode appropriée dont elle dispose au titre de son droit national pour obtenir des éléments de preuve, telle qu'une audition du créancier ou de son ou ses témoins, y compris par vidéoconférence ou une autre technologie de communication.
2. Niettegenstaande lid 1 en behoudens artikel 11, kan het gerecht voorts, mits dat de procedure niet onnodig vertraagt, bewijsmateriaal trachten te verkrijgen met andere passende middelen die hem volgens het nationaal recht ter beschikking staan, zoals het mondeling horen van de schuldeiser of zijn getuigen, onder meer per videoconferentie of met behulp van andere communicatietechnologie.