La volonté du législateur de permettre qu'en ce qui concerne les mineurs, il soit recouru aux techniques de médiation et de concertation même lorsque des infractions graves ont été commises justifie, pour les raisons exprimées en B.15.11, que l'accord auquel elles aboutissent n'emporte pas automatiquement extinction de l'action publique.
De wil van de wetgever om het mogelijk te maken dat voor minderjarigen een beroep wordt gedaan op de bemiddelings- en overlegtechnieken, zelfs wanneer ernstige misdrijven zijn gepleegd, verantwoordt om de in B.15.11 uitgedrukte redenen dat het akkoord waartoe zij leiden niet automatisch het verval van de strafvordering met zich meebrengt.