Lors du débat, le Conseil s'est intéressé principalement à la procédure d'agrément des contreparties centrales, et en particulier aux pouvoirs de l'État membre d'origine de ces contreparties, c'est-à-dire de l'État membre dans lequel elles sont établies, par rapport à ceux du collège des autorités de surveillance et de l'Autorité européenne des marchés financiers (AEMF).
De besprekingen van de Raad waren gericht op de vergunningsprocedure voor ctp's, met name op de bevoegdheden van het thuisland van de ctp, te weten de lidstaat van vestiging, versus die van het college van toezichthouders en van de Europese autoriteit voor effecten en markten (EAEM).