Lors de son examen de l'avant-projet de loi d'assentiment, le Conseil d'État a estimé qu'au regard de la répartition des compétences entre l'autorité fédérale et les entités fédérées, les Communautés, la Commission communautaire française et la Commission communautaire commune devaient également donner assentiment à l'accord de coopération.
Bij zijn onderzoek van het voorontwerp van instemmingwet, heeft de Raad van State geoordeeld dat, in het licht van de verdeling van de bevoegdheden tussen de federale overheid en de deelentiteiten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie eveneens hun instemming met het samenwerkingsakkoord moesten betuigen.