1. Si une personne qui se trouve sur le territoire d'un Etat membre doit être entendue comme témoin ou expert par les autorités judiciaires d'un autre Etat membre, ce dernier peut demander, lorsque son droit national le prévoit, l'assistance du premier Etat membre afin que l'audition puisse avoir lieu par téléconférence, conformément aux dispositions des paragraphes 2 à 5.
1. Indien een persoon die zich op het grondgebied van een lid-Staat bevindt, door de rechterlijke autoriteiten van een andere lid-Staat als getuige of deskundige dient te worden verhoord, kan laatstgenoemde lid-Staat, indien zijn nationale wetgeving daarin voorziet, eerstgenoemde lid-Staat om bijstand verzoeken teneinde het verhoor overeenkomstig de leden 2 tot en met 5 per telefoonconferentie af te nemen.