3. La fourniture, par des ressortissants des États membres ou à partir du territoire des États membres, de services de soutage, notamment l'approvisionnement en carburant ou en autres produits, ou la prestation de tous autres services, aux navires désignés est, si la désignation par le comité l'a précisé, interdite.
3. Het verlenen van bunkerdiensten, zoals het verstrekken van brandstof of bevoorrading of andere diensten, aan aangewezen schepen door onderdanen van lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, wordt, indien de aanwijzing door het Comité dit zo heeft bepaald, verboden.