Art. 5. § 1. Par dérogation à l'article 1, le candidat n'a pas droit à une allocation d'études lorsque le candidat, ou la personne ou les personnes qui pourvoi(ent) à son entretien ou dont il est à charge, est(sont) propriétaire(s) de biens immobiliers, situés en Belgiq
ue ou à l'étranger, autres que : 1° une maison d'habitation occupée personnellement par le candidat, ou la personne ou les personnes qui pourvoi(ent) à son entretien ou dont il est à charge ou une habitation non occupée personnellement pour des raisons professionnelles ou sociales; 2° des biens immeubles utilisés à des fins professionnelles (immeubles bâtis, immeubles n
...[+++]on bâtis, bâtiments, matériel et outillage, terrains y compris les terrains agricoles que le propriétaire affecte à des fins professionnelles) par le candidat, ou la personne ou les personnes qui pourvoi(ent) à son entretien ou dont il est à charge; 3° des bâtiments non donnés en location ou donnés en location soit à des personnes physiques qui ne les affectent pas à l'exercice de leur profession, soit à des personnes morales autres que des sociétés en vue de les mettre à disposition de personnes physiques à des fins d'habitation; 4° des biens immeubles (bâtis ou non bâtis) donnés en location conformément à la législation sur le bail à ferme; 5° des terrains donnés en location hors législation sur le bail à ferme; 6° des biens immeubles donnés en location à une personne physique ou à une société ou association qui les affecte à des fins professionnelles.Art. 5. § 1. In afwijking van artikel 1, heeft de kandidaat geen recht op een studietoelage wanneer de kandidaat of de persoon(en) die voor zijn/haar onderhoud instaat(instaan) of ten laste van wie hij/zij valt, eigenaar (en) is/zijn van andere onroerende goederen gevestigd in Be
lgië of in het buitenland, dan : 1° een woonhuis dat persoonlijk bezet wordt door de kandidaat, of door de persoon of de personen die instaat(instaan) voor zijn/haar onderhoud of van wie hij/zij ten laste valt of een woonhuis dat niet persoonlijk bezet wordt om professionele of sociale redenen; 2° onroerende goederen die aangewend worden om beroepsdoeleinden (
...[+++]bebouwde onroerende goederen, onbebouwde onroerende goederen, gebouwen, materiaal en gereedschap, terreinen met inbegrip van de landbouwterreinen die door de eigenaar voor professionele aanwending bestemd worden) door de kandidaat, of de persoon of de personen die instaat(instaan) voor zijn/haar onderhoud of van wie hij/zij ten laste valt; 3° gebouwen die al dan niet verhuurd zijn aan natuurlijke personen die ze niet gebruiken voor de uitoefening van hun beroep, ofwel aan andere rechtspersonen dan vennootschapen om de gebouwen ter beschikking te stellen van natuurlijke personen voor een woning; 4° (al dan niet bebouwde) onroerende goederen verhuurd overeenkomstig de wetgeving op pachten; 5° terreinen die verhuurd zijn buiten de wetgeving op pachten; 6° bebouwde onroerende goederen die verhuurd worden aan een natuurlijke persoon of aan een vennootschap of een vereniging die ze aanwenden om beroepsdoeleinden.