La répartition de cette dette par province s'établit comme suit : a) pour la province de Brabant, qui est sous la tutelle du ministre de l'Intérieur, le montant de la dette s'élevait à 7,450 milliards de francs belges au 31 décembre 1991 selon les renseignements obte- nus auprès des services de ce départ
ement; b) pour les autres provinces, je suggère à l'honorable membre de s'adresser aux exécutifs communautai- res et régionaux vu que la tutelle des
provinces est régionalisée : pour les 4
provinces flamandes, il s'agit de la " Vlaamse Gemeenschap" et pour les 4
provinces ...[+++] wallonnes, il s'agit de la Région wallonne.
De verdeling van deze schuld was als volgt : a) voor de provincie Brabant, die onder voogdij staat van de minister van Binnenlandse Zaken, liep het bedrag van de schuld, volgens de inlichtingen van dit departement, op tot 7,450 miljard Belgische frank op 31 december 1991; b) voor de andere provincies, stel ik het geacht lid voor, zich te wenden tot de gemeenschaps- en gewestelijke Executieven. Aangezien het voogdij- schap van de provincies geregionaliseerd is : voor de 4 Vlaamse provincies is het de Vlaamse Gemeenschap en voor de Waalse provincies is het de Waalse Gemeenschap.