Les États membres restent tenus de garantir que les ouvrages de construction et de génie civil sur leur territoire sont conçus et exécutés avec les produits de construction adaptés à cet usage, incorporés, assemblés, appliqués ou installés et entretenus, d’une manière qui ne compromette pas la sécurité, la santé et l’environnement, non plus que les autres éléments de la protection de l’intérêt public.
De lidstaten zijn ervoor verantwoordelijk dat gebouwen en infrastructurele voorzieningen op hun grondgebied zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat zij de veiligheid, gezondheid en het milieu niet in gevaar brengen en dat zij tevens voldoen aan andere fundamentele eisen ten behoeve van het algemeen welzijn. De voor de bouw bestemde producten dienen derhalve zodanig verwerkt, gemonteerd, toegepast, geïnstalleerd of onderhouden te worden dat zij geen risico’s voor die gezondheid, veiligheid of het milieu opleveren.