« Toutefois, la carte d'identité délivrée aux citoyens âgés de septante-cinq ans et plus a une validité illimitée, sous réserve des cas de renouvellement visés à l'article 6, § 1, 2° à 7° ou de remplacement en conséquence des cas de péremption visés à l'article 6, § 6, du présent arrêté».
« De identiteitskaart afgegeven aan burgers van vijfenzeventig jaar en meer, heeft een onbeperkte geldigheidsduur, onder voorbehoud van de in artikel 6, § 1, 2° tot 7° bedoelde gevallen van hernieuwing of van vervanging ten gevolge van de in artikel 6, § 6, van dit besluit bedoelde gevallen van verval».