« Dans sa version applicable à l'exercice 2004, l'article 171, 6°, premier tiret, du CIR 1992 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'en prati
que, le bénéfice du taux distinct pour le pécule de vacances qui est acquis et payé au travailleur ou au dirigeant d'entreprise occupé dans le cadre d'un contrat de travail, durant l'année où il quitte son employeur, ne peut s'appliquer aux ouvriers, même si la formulation du texte laisse croire qu'il est pareillement applicable
aux ouvriers et aux employés, parce qu'en règle ...[+++]générale, le pécule de vacances des ouvriers afférent à l'année de la mise à la prépension [leur] est versé l'année suivante ?« Schendt artikel 171, 6°, eerste streepje, van het WIB 1992, in de versie ervan die op het aanslagjaar 2004 van toepassing is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voo
rdeel van de afzonderlijke aanslagvoet voor het vakantiegeld dat tijdens het jaar dat de werknemer of de bedrijfsleider die met een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld, zijn werkgever verlaat, is opgebouwd en aan hem wordt betaald, in de praktijk niet kan gelden voor de arbeiders, ook al laat de formulering van de tekst uitschijnen dat die gelijkelijk van toepassing is op de arbeiders en de bedienden, daar het vakantiegeld van de arbeiders met betrekking
...[+++]tot het jaar van de brugpensionering hun over het algemeen het daaropvolgende jaar wordt uitgekeerd ?