L’évaluation des dispositions législatives du pays tiers conformément à l’article 21, paragraphe 6, dernier alinéa, de la directive 2011/61/UE doit être effectuée par la Commission européenne en comparant les critères d’agrément et les conditions d’exercice applicables au dépositaire dans le pays tiers aux exigences correspondantes applicables selon le droit de l’Union aux établissements de crédit et/ou aux entreprises d’investissement qui souhaitent accéder à l’activité de dépositaire et exercer des fonctions de dépositaire, dans le but de vérifier si les critères nationaux ont le même effet que ceux établis selon le droit de l’Union.
De beoordeling van het recht van het derde land overeenkomstig artikel 21, lid 6, laatste alinea, van Richtlijn 2011/61/EU moet gebeuren door de Europese Commissie door het vergelijken van de vergunningscriteria en de lopende voorwaarden voor de bedr
ijfsuitoefening die gelden voor de bewaarder in het derde land met de overeenkomstige vereisten die krachtens het uniale recht op kredietinstellingen en, naargelang van het geval, of beleggingsondernemingen voor toegang tot het bedrijf van bewaarder en de uitvoering van de bewaartaken van toepassing zijn, teneinde na te gaan of de plaatselijke criteria hetzelfde effect hebben als die welke op
...[+++] grond van het uniale recht zijn vastgesteld.