1. Les articles 3 et 4 du projet ont pour objet d'étendre le champ d'application des articles 106, § 5 et 117, § 4 de l'AR/CIR 92 qui, par application des dir
ectives européennes concernant le régime fiscal commun applicable au
x sociétés mères et filiales d'Etats membres différents, modifié par la directive du 22 décembre 2003, exemptent du précompte mobilier, à certaines conditions, les dividendes attribués par
une société filiale belge à une société mère ...[+++]établie dans un autre Etat membre de l'Union européenne, les notions de société mère et filiale étant définies par référence à ces directives.1. De artikelen 3 en 4 van het ontwerp hebben tot doel de werkingssfeer te verruimen van de artikelen 106, § 5, en 117, § 4, van het KB/WIB 92 waarbij, met toepassing van Europese richtlijnen betreffende de
gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, gewijzigd bij de richtlijn van 22 december 2003, onder bepaalde voorwaarden, vrijstelling van roerende voorheffing wordt verleend voor dividenden die door een Belgische dochteronderneming worden toegekend aan een moedermaatschappij in een andere lidstaat van de Europese Unie. Daarbij worden de begrippen " moedermaatschapp
...[+++]ij" en " dochteronderneming" gedefinieerd onder verwijzing naar die richtlijnen.