La proposition de décret traduit la volonté du Parlement flamand - après dix ans de négociations stériles avec la Communauté française - de se déclarer compétent pour l'organisation de l'enseignement, les conditions d'agrément et, par conséquent, d'appliquer également les règles flamandes du subventionnement de l'enseignement fondamental aux huit écoles primaires francophones de la périphérie.
Het voorstel van decreet komt er eigenlijk op neer dat het Vlaams Parlement, na tien jaar vruchteloos onderhandelen met de Franse Gemeenschap, het nodig gevonden heeft zich bevoegd te verklaren om de organisatie van het onderwijs, de voorwaarden voor erkenning en bijgevolg het subsidiëren van het basisonderwijs in Vlaanderen ook toe te passen op de acht Franstalige basisscholen in de rand.