Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Connaître des questions préjudicielles
Demande de décision préjudicielle
Demande de question préjudicielle
FAQ
Fichier des questions courantes
Foire aux questions
Procédure préjudicielle
Question internationale
Question posée à titre préjudiciel
Question préjudicielle
Questions courantes
Recours en interprétation
Recours préjudiciel
Renvoi en interprétation
Renvoi préjudiciel

Vertaling van "aux questions préjudicielles " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
question posée à titre préjudiciel | question préjudicielle

prejudiciële vraag


question préjudicielle [ recours en interprétation ]

prejudiciële rechtsvraag


connaître des questions préjudicielles

bevoegd voor prejudiciële vragen


la Cour de justice statue sur les questions préjudicielles qui lui sont soumises

het Hof van Justitie doet uitspraak over de hem voorgelegde prejudiciële geschilpunten




demande de question préjudicielle

verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag


procédure préjudicielle [ demande de décision préjudicielle (UE) | recours préjudiciel | renvoi en interprétation | renvoi préjudiciel ]

prejudicieel verzoek (EU) [ prejudicieel beroep EG | prejudiciële procedure | verzoek om een prejudiciële beslissing (EU) ]


foire aux questions | FAQ | fichier des questions courantes | questions courantes

FAQ | Frequently asked questions


question internationale

internationaal probleem [ internationaal vraagstuk ]


traiter des questions relatives au genre dans le cadre de conseils en planning familial | traiter des questions relatives au sexe dans le cadre de conseils en planning familial

gendergerelateerde kwesties bespreken tijdens begeleiding bij gezinsplanning | geslachtsgerelateerde kwesties bespreken tijdens begeleiding bij gezinsplanning
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Moerman, E. Derycke et F. Daoût, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 1 avril 2015 en cause de Fabian Hellebois et autres contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 avril 2015, le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 54ter, § 3, alinéa 1, de l'arrêté royal n° 78 du 10 novem ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 1 april 2015 in zake Fabian Hellebois en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2015, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleeg ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 27 mai 2015 en cause de Eduard Gaj contre la commune d'Opglabbeek, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 mai 2015, le Tribunal du travail d'Anvers, division Tongres, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 63 de la loi du 3 juil ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 dece ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 26 février 2015 en cause de D.O. contre A.R., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 mars 2015, le Tribunal de première instance du Hainaut, division Tournai, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 1, 3°, de l'article 3 (' D ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 februari 2015 in zake D.O. tegen A.R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 maart 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 1, 3°, van artikel 3 (' Overgangsbepalingen ') en 47 van artikel 4 (' Opheffings- en wijzigingsbepalingen ...[+++]


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 26 novembre 2014 en cause de Khalid Oussaih, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 décembre 2014, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 2 de l'arrêté royal n° 236 du 20 janvier 1936 simplifiant certaines formes de la procédure pénale à l'égard des détenus, c ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 26 november 2014 in zake Khalid Oussaih, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 december 2014, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden, bekrachtigd bij de wet van 4 mei 1936, de artike ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke, F. Daoût et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 3 décembre 2015 en cause de Xuan Son Do contre la Région wallonne, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 décembre 2015, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 28, § 1, de la loi du 13 juillet 1987 relative ...[+++]

Moerman, E. Derycke, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 3 december 2015 in zake Xuan Son Do tegen het Waalse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 december 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 28, § 1, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, zoals gewijzigd bij artikel 28 van het Waalse decreet van 27 ...[+++]


Après avoir relevé que « la règle permettant au juge de statuer en référé au provisoire au motif qu'il a des « doutes sérieux » quant à la validité d'un acte législatif, dans l'attente d'une décision de la Cour d'arbitrage, serait tout à fait conforme à la jurisprudence de la Cour de Justice en ce qui concerne la portée de l'obligation faite aux juges nationaux de poser des questions préjudicielles visée à l'article 234, alinéa 3, du traité CE (271) », l'avis du Conseil d'État signale que « la Cour de Justice n'exige pas que, statuant dans le cadre d'une affaire urgente, le juge national soumette à la Cour une question préjudicielle port ...[+++]

Het advies van de Raad van State merkt eerst op dat « Een regeling waarbij de rechter in kort geding, bij wege van voorlopige maatregel, een beslissing kan nemen die gesteund is op « ernstige twijfel « omtrent de geldigheid van een wetgevende handeling, zou in afwachting van een uitspraak van het Arbitragehof, bovendien volkomen in de lijn liggen van de rechtspraak van het Hof van Justitie in verband met de draagwijdte van de verplichting van de nationale rechters tot het stellen van prejudiciële vragen, bedoeld in artikel 234, derde lid, van het EG-Verdrag (271) » en stelt verder dat « het Hof van Justitie niet vereist dat de nationale ...[+++]


Dans un arrêt du 27 août 1993, le Conseil a posé une question préjudicielle, a suspendu la décision et a stipulé expressément dans son arrêt : Si la Cour d'arbitrage répond par la négative à la question préjudicielle, il est décidé que la suspension cessera de produire ses effets (Conseil d'État, Louvigny c. État belge, nº 43.874, 27 août 1993, voir dans le même sens Conseil d'État, Bello Mansoud contre Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, nº 47.581, 25 mai 1994).

In een arrest van 27 augustus 1993 stelde de Raad een prejudiciële vraag, schorste het besluit en bepaalde uitdrukkelijk in zijn arrest « Indien het Arbitragehof ontkennend antwoordt op de prejudiciële vraag, wordt bepaald dat de schorsing niet langer uitwerking zal hebben » (Raad van State, Louvigny tegen Belgische Staat, nr. 43.874, 27 augustus 1993, zie in dezelfde zin, Raad van State, Bello Mansoud tegen commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatslozen, nr. 47.581, 25 mei 1994).


Néanmoins, comme le texte de la proposition de loi renvoie déjà expressément aux exceptions à l'obligation de poser la question préjudicielle visées à l'article 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, et plus précisément au § 2, alinéa 3, lequel prévoit que les juridictions inférieures peuvent refuser de poser une question préjudicielle lorsqu'elles estiment que la Constitution n'est manifestement pas violée, l'amendement ne remet aucunement en question ce principe en ce qui concerne les juridictions inférieures, principe qui a pour ...[+++]

Aangezien de tekst van het wetsvoorstel echter al expliciet verwijst naar de uitzonderingen op de verplichting een prejudiciële vraag te stellen, bedoeld in artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 en meer in het bijzonder in § 2, derde lid, dat bepaalt dat de rechtscolleges er niet toe gehouden zijn een prejudiciële vraag te stellen wanneer zij menen dat de Grondwet klaarblijkelijk niet wordt geschonden, stelt dit amendement dit principe, dat bedoeld is om onnodige vertragingen van het proces te voorkomen, voor de lagere rechtscolleges geenszins ter discussie.


(79) Voir dès maintenant Conseil d'État, nº 79.390, 22 mars 1999, Geysels c. État belge (la décision attaquée tient son fondement légal d'une loi qui serait contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, pas de question préjudicielle, aucun doute sérieux; pas de suspension); Conseil d'État, nº 63.652, 18 décembre 1996, De Jonghe e.cons. c. Erasmus Hoge School Gand (aucune question préjudicielle, pas de suspension).

(79) Zie thans reeds Raad van State, nr. 79.390, 22 maart 1999, Geysels tegen Belgische Staat (bestreden beslissing vindt rechtsgrond in een wet, die strijdig zou zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geen prejudiciële vraag, geen ernstige twijfel; geen schorsing); Raad van State, nr. 63.652, 18 december 1996, De Jonghe en andere tegen Erasmushogeschool Gent, (geen prejudiciële vraag, geen schorsing).


Conformément aux dispositions actuelles de la loi sur la Cour d'arbitrage, les juridictions ne sont pas tenues de poser une question préjudicielle « lorsque l'action est irrecevable pour des motifs de procédure tirés de normes ne faisant pas elles-mêmes l'objet de la question préjudicielle ».

Overeenkomstig de huidige bepalingen van de bijzondere wet op het Arbitragehof, zijn de rechtscolleges niet gehouden tot het stellen van een prejudiciële vraag, « wanneer de vordering niet ontvankelijk is om procedureredenen die ontleend zijn aan normen die zelf niet het onderwerp uitmaken van het verzoek tot het stellen van de prejudiciële vraag ».


w