La loi du 20 février 1991 modifiant et complétant les dispositions du Code
civil relatives aux baux à loyer (publiée au Moniteur belge du 22 février 1991) applicable, entre autres, aux baux à résidence principale du preneur, réglemente la matière de la garantie locative en prévoyant, en son article 10, que lorsque celle-ci se présente
sous la forme d'une somme d'argent, le montant de celle-ci ne peut excéder une somme équivalente à trois mois de loyer et doit être placée sur un compte individu
...[+++]alisé au nom du locataire; compte sur lequel le bailleur acquiert privilège mais dont il ne peut disposer que moyennant accord du preneur ou suite à une décision judiciaire.De wet van 20 februari 1991 houdende wijziging en aanvulling van de bepalingen van het B
urgerlijk Wetboek inzake huishuur (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 februari 1991), die onder meer van toepassing is op de huurovereenkomsten die betrekking hebben op de hoofdverblijfplaats van de huurder, reglementeert de aangelegenheid van de huurwaarborg door in artikel 10 te bepalen dat, als de huurwaarborg een som geld is, het bedrag ervan niet hoger mag liggen dan drie maanden huur en dat het moet worden gestort op een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder; de verhuurder van zijn kant verkrijgt er een voorrecht op,
...[+++]maar hij mag alleen over dat bedrag beschikken als de huurder daarmee instemt dan wel ingevolge een rechterlijke beslissing.