Aux termes du paragraphe 3, « Le Roi est autorisé, pour les localités où Il le juge utile et dans les limites à déterminer par Lui, à permettre aux huissiers de justice et aux agents de La Poste de déroger, à l'égard des actes de protêt, aux dispositions de l'article 47 du Code judiciaire ».
Paragraaf 3 luidt aldus : « De Koning is gemachtigd om, in de plaatsen waar Hij het nuttig acht en binnen de door Hemzelf te bepalen perken, aan de gerechtsdeurwaarders en beambten van de Post toestemming te geven om, wat de protestakten betreft, af te wijken van de bepalingen van artikel 47 van het Gerechtelijk Wetboek».