- subsidiairement, pour les contribuables pour lesquels l'imputation susmentionnée au premier tiret qui précède, n'aurait pas pu être faite avec effet au 1 avril 2009, par défaut de redevance télévision due par ce même redevable, le montant à restituer leur est effectivement remboursé selon les modalités prévues par l'article 29bis de la loi du 13 juillet 1987 relative aux redevances radio et télévision, et ce au plus tôt après l'échéance du 1 avril 2009 de la redevance télévision.
- in de tweede plaats voor de belastingplichtigen voor wie de in het eerste streepje bedoelde aanrekening niet met uitwerking op 1 april 2009 zou kunnen worden uitgevoerd, wordt het terug te betalen bedrag bij gebrek aan kijkgeld verschuldigd door dezelfde verschuldigde hun werkelijk terugbetaald volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 29bis van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld en dit op z'n vroegst na de vervaldatum van 1 april 2009 van het kijkgeld.