2. A-t-on anticipé les besoins urgents auxquels il faudra répondre très rapidement dans les prochaines semaines (abris, soins médicaux, nourriture, besoins sanitaires, etc.)?
2. Heeft men geanticipeerd op de dringende behoeften waarop men de komende weken zeer snel zal moeten inspelen (onderdak, medische zorg, voedsel, sanitaire voorzieningen, enz.)?