4. prend acte de ce que la Cour des comptes émet, sur cette base, une opinion avec réserve sur la légalité et la régularité des opérations sous-jacentes aux comptes de l'entreprise commune, pour un deuxième exercice consécutif; observe que la Cour estime que les informations probantes obtenues sont suffisantes et appropriées pour étayer sa déclaration d’assurance même si les paiements sous-jacents contrôlés avaient été effectuées avant l'année 2012;
4. stelt vast dat de Rekenkamer op die grondslag voor het tweede achtereenvolgende jaar een oordeel met beperkingen heeft uitgebracht over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming; constateert dat de Rekenkamer van oordeel is dat de verkregen controle-informatie toereikend en geschikt is als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring, hoewel de onderliggende gecontroleerde betalingen werden gedaan voor 2012;