À titre auxiliaire, la Commission fait remarquer que si les prorogations au-delà du 31 décembre avaient été acceptées, la période de restructuration aurait été tellement prolongée que les investissements réalisés après cette date ne seraient plus considérés «liés» — au sens de la directive 90/684/CEE — à la restructuration qui était déjà entamée en 1996.
Als subsidiair argument voert de Commissie aan dat als verschuivingen van de uiterste termijn na 31 december 2001 zouden zijn geaccepteerd, de herstructureringsperiode zo lang was gaan duren dat na die datum gepleegde investeringen niet meer zouden kunnen worden beschouwd als „gekoppeld” — in de zin van Richtlijn 90/684/EEG — aan de herstructurering, die al in 1996 was begonnen.