b) la demande en nullité est fondée sur l'article 5, paragraphe 1, point b), et la marque antérieure n'avait pas acquis un caractère suffisamment distinctif pour justifier la constatation d'un risque de confusion au sens de l'article 5, paragraphe 1, point b), à la date de dépôt ou à la date de priorité de la marque enregistrée;
b) wanneer de vordering tot nietigverklaring is gebaseerd op artikel 5, lid 1, onder b), en het oudere merk niet voldoende onderscheidend vermogen had verkregen om tot de bevinding te kunnen komen dat er op de datum van aanvrage of voorrang van het ingeschreven merk verwarring kon ontstaan in de zin van artikel 5, lid 1, onder b);