2. La Commission et le Conseil, dans leurs évaluations et leurs décisions sur l’existence d’un déficit excessif au titre de l’article 104, paragraphes 3 à 6, du traité, peuvent considérer qu’un dépassement de la valeur de référence consécutif à une grave récession économique est exceptionnel au sens de l’article 104, paragraphe 2, lorsque le dépassement de la valeur de référence résulte d’un taux de croissance négatif ou de la baisse cumulative de la production pendant une période prolongée de croissance très faible par rapport au potentiel de croissance.
2. Wanneer de Commissie en de Raad overeenkomstig artikel 104, leden 3 tot en met 6, van het Verdrag beoordelen en besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat, kunnen zij een overschrijding van de referentiewaarde welke door een ernstige economische neergang wordt veroorzaakt, als een overschrijding van uitzonderlijke aard in de zin van artikel 104, lid 2, onder a), tweede streepje, aanmerken indien de overschrijding van de referentiewaarde het gevolg is van een negatief groeipercentage of een gecumuleerd productieverlies tijdens een langdurige periode van zeer geringe groei ten opzichte van het groeipotentieel.