19. invite la Cour des comptes à indiquer avant la fin de l'année si les organes de la Communauté coopèrent convenablement avec l'Office européen de lutte anti-fraude (OLAF) et appliquent intégralement l'accord interinstitutionnel du 25 mai 1999 ; demande également à la Cour des comptes d'évaluer l'efficacité de cette coopération à la lumière des cas examinés jusqu'à présent;
19. verzoekt de Rekenkamer aan het eind van het jaar verslag uit te brengen over de vraag of alle communautaire organen naar behoren met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) samenwerken en het dienovereenkomstige Interinstitutionele Akkoord van 25 mei 1999 onverkort toepassen; verzoekt de Rekenkamer verder, de doeltreffendheid van deze samenwerking aan de hand van de tot dusverre behandelde gevallen te evalueren;