Vertaling van "communauté coopèrent convenablement " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Communauté européenne des coopératives de consommateurs | Communauté européenne des coopératives de consommation | Eurocoop [Abbr.]
Europese Gemeenschap van verbruikscoöperaties

Accord de coopération en matière de terminologie sous forme d'échange de lettres entre la Confédération suisse, représentée par le conseil fédéral suisse et la Communauté économique européenne (CEE), la Communauté européenne du charbon et de l'acier (CECA), et la Communauté européenne de l'énergie atomique (EURATOM), représentées par la Commission des Communautés européennes
Samenwerkingsovereenkomst op het gebied van terminologie, in de vorm van een briefwisseling, tussen de Zwitserse Bondsstaat, vertegenwoordigd door de Zwitserse Bondsraad, en de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM), vertegen- woordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen

Mémorandum d'accord entre la Communauté européenne de l'énergie atomique et la Commission des Communautés européennes et le Gouvernement du Canada concernant une coopération dans la recherche et le développement dans le domaine de la fusion
Intentieverklaring van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, en de Regering van Canada, inzake samenwerking bij onderzoek en ontwikkeling op het gebied van de kernfusie

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

21. invite la Cour des comptes à indiquer avant la fin de l'année si les organes de la Communauté coopèrent convenablement avec l'Office européen de lutte anti-fraude (OLAF) et appliquent intégralement l'accord interinstitutionnel du 25 mai 1999; demande également à la Cour des comptes d'évaluer l'efficacité de cette coopération à la lumière des cas examinés jusqu'à présent;
21. verzoekt de Rekenkamer aan het eind van het jaar verslag uit te brengen over de vraag of alle communautaire organen naar behoren met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) samenwerken en het dienovereenkomstige Interinstitutionele Akkoord van 25 mei 1999 onverkort toepassen; verzoekt de Rekenkamer verder, de doeltreffendheid van deze samenwerking aan de hand van de tot dusverre behandelde gevallen te evalueren;

19. invite la Cour des comptes à indiquer avant la fin de l'année si les organes de la Communauté coopèrent convenablement avec l'Office européen de lutte anti-fraude (OLAF) et appliquent intégralement l'accord interinstitutionnel du 25 mai 1999 ; demande également à la Cour des comptes d'évaluer l'efficacité de cette coopération à la lumière des cas examinés jusqu'à présent;
19. verzoekt de Rekenkamer aan het eind van het jaar verslag uit te brengen over de vraag of alle communautaire organen naar behoren met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) samenwerken en het dienovereenkomstige Interinstitutionele Akkoord van 25 mei 1999 onverkort toepassen; verzoekt de Rekenkamer verder, de doeltreffendheid van deze samenwerking aan de hand van de tot dusverre behandelde gevallen te evalueren;

15. invite la Cour des comptes à indiquer avant la fin de l'année si les organes de la Communauté coopèrent convenablement avec l'Office européen de lutte anti-fraude (OLAF) et appliquent intégralement l'accord interinstitutionnel du 25 mai 1999 ; demande également à la Cour des comptes d'évaluer l'efficacité de cette coopération à la lumière des cas examinés jusqu'à présent;
15. verzoekt de Rekenkamer aan het eind van het jaar verslag uit te brengen over de vraag of alle communautaire organen naar behoren met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) samenwerken en het dienovereenkomstige Interinstitutionele Akkoord van 25 mei 1999 onverkort toepassen; verzoekt de Rekenkamer verder, de doeltreffendheid van deze samenwerking aan de hand van de tot dusverre behandelde gevallen te evalueren;

17. invite la Cour des comptes à indiquer avant la fin de l'année si les organes de la Communauté coopèrent convenablement avec l'Office européen de lutte anti-fraude (OLAF) et appliquent intégralement l'accord interinstitutionnel du 25 mai 1999 ; demande également à la Cour des comptes d'évaluer l'efficacité de cette coopération à la lumière des cas examinés jusqu'à présent;
17. verzoekt de Rekenkamer aan het eind van het jaar verslag uit te brengen over de vraag of alle communautaire organen naar behoren met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) samenwerken en het dienovereenkomstige Interinstitutionele Akkoord van 25 mei 1999 onverkort toepassen; verzoekt de Rekenkamer verder, de doeltreffendheid van deze samenwerking aan de hand van de tot dusverre behandelde gevallen te evalueren;

21. invite la Cour des comptes à indiquer avant la fin de l'année si les organes de la Communauté coopèrent convenablement avec l'Office européen de lutte anti‑fraude (OLAF) et appliquent intégralement l'accord interinstitutionnel de 1999; demande également à la Cour des comptes d'évaluer l'efficacité de cette coopération à la lumière des cas examinés jusqu'à présent;
21. verzoekt de Rekenkamer aan het eind van het jaar verslag uit te brengen over de vraag of alle communautaire organen naar behoren met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) samenwerken en het dienovereenkomstige Interinstitutionele Akkoord uit 1999 onverkort toepassen; verzoekt de Rekenkamer verder, de doeltreffendheid van deze samenwerking aan de hand van de tot dusverre behandelde gevallen te evalueren;

EDUCATION ET INFORMATION DU CONSOMMATEUR - RESOLUTION DU CONSEIL "LE CONSEIL DE L'UNION EUROPEENNE, vu le traité instituant la Communauté européenne, vu la résolution du Conseil du 9 juin 1986 concernant "l'éducation du consommateur dans l'enseignement primaire et secondaire", vu la résolution du Conseil du 23 juin 1986 concernant "les futures orientations de la politique de la Communauté économique européenne pour la protection et la promotion des intérêts des consommateurs", considérant que l'article 3 point s du traité précise que l'action de la Communauté comporte une contribution au renforcement de la protection des consommateurs ; considérant que, conformément à l'article 129 A paragraphe 1 point b) du traité, la Communauté contribue à la réalisation d'un niveau élevé de protection des consommateurs par des actions spécifiques qui appuient et complètent la politique menée par les Etats membres en vue de protéger la santé, la sécurité et les intérêts économiques des consommateurs et de leur assurer une information adéquate ; considérant que le deuxième plan d'action triennal de la Commission (1993- 1995) intitulé "Mettre le marché unique au service des consommateurs européens" souligne qu'il est essentiel que l'avènement et l'approfondissement du grand marché européen se traduisent dans la vie quotidienne des consommateurs par des avantages concrets ; considérant que le programme stratégique de la Commission et sa communication intitulée "Tirer le meilleur parti du marché intérieur" soulignent que les consommateurs ont un rôle déterminant à jouer dans la mise en oeuvre réussie du programme concernant le marché intérieur étant donné que celui-ci ne fonctionnera pas convenablement sans une participation forte et efficace des consommateurs, et également que des consommateurs avertis peuvent, en faisant des choix commerciaux, accélérer les effets économiques positifs d'un marché intégré ; considérant que les actions d'information visant à aider le consommateur ...
CONSUMENTENVORMING EN -VOORLICHTING - RESOLUTIE VAN DE RAAD [1] "DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, gezien de resolutie van de Raad van 9 juni 1986, betreffende de consumentenvorming in het basisonderwijs en het secundaire onderwijs, gezien de resolutie van de Raad van 23 juni 1986 betreffende de toekomstige koers van het beleid van de Europese Economische Gemeenschap inzake de bescherming en de bevordering van de belangen van de consument ; overwegende dat in artikel 3, sub s), van het Verdrag bepaald is dat het optreden van de Gemeenschap een bijdrage tot de versterking van de consumentenbescherming omvat ; overwegende dat de Gemeenschap uit hoofde van artikel 129 A, lid 1, sub b), van het Verdrag moet bijdragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van specifieke maatregelen ter ondersteuning en aanvulling van het beleid van de Lid-Staten om de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten te beschermen en adequate consumentenvoorlichting te verschaffen ; overwegende dat in het tweede driejarig actieplan van de Commissie "De interne markt ten dienste van de Europese consumenten stellen" (1993-1995) wordt benadrukt dat het van essentieel belang is dat de totstandkoming en de verdere ontwikkeling van één grote Europese markt in het dagelijks leven van de consument in tastbare voordelen wordt vertaald ; overwegende dat het strategische programma en de mededeling "Een optimale benutting van de door de interne markt geboden kansen" van de Commissie de vitale rol van de consument bij een succesvolle tenuitvoerlegging van het programma voor de interne markt benadrukken, aangezien dit programma niet behoorlijk kan functioneren zonder een ruime, doelmatige deelneming van de consument en marktkeuzen gemaakt door goed voorgelichte consumenten de positieve economische gevolgen van een geïntegreerde markt kunnen versnellen ; overwegende dat vo ...