Eu égard à ce qui précède, force est de constater que, en n’invitant pas les requérantes à régulariser leur requête avant l’expiration du délai de recours lorsqu’il a reçu, les 21 et 23 février 2006, la première requête signée par un avocat qui n’était pas habilité à plaider devant les juridictions communautaires, le Tribunal n’a commis aucune irrégularité de procédure.
27 Gelet op het voorgaande moet worden vastgesteld dat het Gerecht, door verzoeksters niet uit te nodigen hun verzoekschrift vóór het verstrijken van de beroepstermijn te regulariseren toen het op 21 en 23 februari 2006 het eerste verzoekschrift ontving dat was ondertekend door een advocaat die niet bevoegd was om voor de communautaire rechterlijke instanties op te treden, geen enkele procedurele onregelmatigheid heeft begaan.