Art. 7. En application de la règle 2.3, norme A2.3 de la Convention du travail maritime de 2006, adoptée par la Conférence internationale du Travail du 23 février 2006 et ratifiée par la Belgique le 10 août 2013, il est établi que le nombre minimum d'heures de repos ne peut être inférieur à 10 heures par période de 24 heures et 77 heures par période de 7 jours.
Art. 7. In toepassing van regel 2.3, norm A2.3 van de Maritieme Arbeidsconventie 2006, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie van 23 februari 2006 en door België geratificeerd op 10 augustus 2013, wordt bepaald dat het minimum aantal rusttijden niet minder mag bedragen dan 10 uren per periode van 24 uur en 77 uren per periode van 7 dagen.