1. Lorsque le prix d’un instrument financier sur une plate-forme de négociation a, en une seule journée de négociation, accusé une baisse significative par rapport au prix de clôture de la journée de négociation précédente sur cette plate-forme, l’autorité compétente de l’État membre d’origine pour cette plate-forme évalue s’il est approprié d’interdire aux personnes physiques ou morales de procéder à des ventes à découvert de cet instrument financier sur cette plate-forme de négociation, ou de limiter leur faculté de le faire, ou encore de restreindre de toute autre manière leurs transactions dans cet instrument sur cette plate-forme, afin d’empêcher une chute incontrôlée du prix de l’instrument financier en question.
1. Wanneer op een handelsplatform de koers van een financieel instrument in één enkele handelsdag aanmerkelijk gedaald is ten opzichte van de slotkoers van de vorige handelsdag op dat handelsplatform, overweegt de voor dat handelsplatform bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of het passend is om natuurlijke of rechtspersonen een verbod of een beperking op te leggen met betrekking tot het aangaan van short selling in het financieel instrument op dat handelsplatform, of anderszins grenzen te stellen aan transacties in dat financieel instrument op dat handelsplatform, teneinde te voorkomen dat de koers van het financiële instrument op wanordelijke wijze daalt.