Les exploitations de classe 1 avec un RPAS sont limitées aux vols à portée visuelle (VLOS) jusqu'à une hauteur de 300 pieds AGL dans les espaces aériens non contrôlés, à l'exclusion de toute opération : 1° dans les espaces aériens contrôlés ou à statut spécial (zones interdites (P), zones dangereuses (D), zones restrictives (R), zones d'entraînement d'hélicoptères (HTA), zones de vol à basse altitude (LFA)) lorsque celles-ci sont actives ; et, 2° dans un espace aérien réservé temporairement (TRA) ou un espace aérien séparé temporairement (TSA), sauf si cet espace aérien est créé pour permettre des opérations avec un RPAS conformément à l'article 14, alinéa 4 ; 3° dans un rayon de 1,5 milles nautiques autour
des aérodromes pour ...[+++]avions ou pour aéronefs ultralégers motorisés et de 0,5 mille nautique autour des héliports, sauf autorisation préalable de l'exploitant de l'aérodrome ou de l'héliport.De klasse 1 vluchtuitvoeringen met een RPAS zijn beperkt tot zichtbereikvluchten (VLOS) tot een hoogte van 300 voet AGL in niet-gecontroleerd luchtruim, en alle operaties zijn uitgesloten : 1° in luchtverkeersleidingsgebieden of een luchtruim met een bijzonder statuut (verboden gebieden (P), gevaarlijke gebieden (D), beperkte gebieden (R), helikoptertrainingzonen (HTA), laagvliegzonen (LFA)) wanneer deze actief zijn ; en, 2° in een tijdelijk gereserveerd luchtruim (TRA) of een tijdelijk afgescheiden luchtruim (TSA), behalve wanneer dit luchtruim wordt gecreëerd om operaties met een RPAS overeenkomstig artikel 14, vierde lid toe te laten ; 3° in een straal van 1,5 zeemijl rond luchtvaartterreinen voor luch
tvaartuigen of voor ...[+++]ultralichte motorluchtvaartuigen en van een 0,5 zeemijl rond een helihaven, behalve na voorafgaande toestemming van de exploitant van het luchtvaartterrein of de helihaven.