Si une personne de confiance d'intégrité d'une autorité administrative fédérale rend un avis défavorable et que le membre du personnel qui a demandé l'avis préalable ne peut souscrire au contenu de l'avis, ce dernier peut adresser, au plus tard dix semaines après la date de réception visée à l'article 6, § 4, alinéa 1 , sa demande écrite d'avis préalable pour réexamen au « Point de contact central », complétée par l'avis visé à l'article 6, § 6.
Als een vertrouwenspersoon integriteit van een federale administratieve overheid een ongunstig advies geeft en het personeelslid dat het voorafgaand advies heeft aangevraagd zich niet kan vinden in de inhoud van het advies, dan kan het personeelslid zijn schriftelijke vraag voor voorafgaand advies uiterlijk tien weken na de ontvangstdatum, zoals bedoeld in artikel 6, § 4, eerste lid, aangevuld met het advies, zoals bedoeld in artikel 6, § 6 voor herziening richten aan het « Centraal Meldpunt ».