La deuxième partie de la question préjudicielle se fonde sur l'interprétation du requérant devant le Conseil d'Etat selon laquelle une autorité administrative peut, devant le Conseil d'Etat, non seulement comparaître en personne, mais également se faire représenter de deux façons, soit par un avocat, soit par un fonctionnaire.
Het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag gaat uit van de interpretatie door de verzoeker voor de Raad van State dat een administratieve overheid voor de Raad van State niet alleen in persoon kan verschijnen, maar zich tevens kan laten vertegenwoordigen op twee manieren, namelijk ofwel door een advocaat ofwel door een ambtenaar.