La nullité de toute aliénation de droits réels peut être poursuivie devant les cours et tribunaux de l'ordre judiciaire par le cessionnaire, à défaut pour la personne visée à l'article 13, § 1, d'avoir respecté les obligations qui lui sont imposées en vertu des articles 12, 13, § 1, et 17.
De overnemer kan de nietigheid van eender welke vervreemding van zakelijke rechten vorderen voor de hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde wanneer de persoon zoals bedoeld in artikel 13, § 1, de verplichtingen niet in acht heeft genomen die op hem rusten krachtens de artikelen 12, 13, § 1, en 17.