68. juge inacceptable que la Commission n'ait pas présenté, ne respectant pas ainsi les dispositions de l'article 15 du règlement (CE) n° 1073/1999 du Parlement européen et du Conseil, le rapport d'évaluation avant l'expiration du mandat du comité de surveillance de l'OLAF du 25 mai 1999 relatif aux enquêtes effectuées par l'Office européen de lutte antifraudes (OLAF) , fin juin 2002; fait observer que la Commission viole le droit en vigueur; attend que lui soit expliqué, par écrit, d'ici au 30 avril 2003 pourquoi le rapport n'a pas encore été présenté;
68. vindt het onaanvaardbaar dat de Commissie het voortgangsverslag in strijd met de bepalingen van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) niet tijdig vóór het verstrijken van het mandaat van het comité van toezicht voor OLAF, eind juni 2002, heeft ingediend; stelt vast dat de Commissie het geldende recht met voeten treedt; verlangt uiterlijk op 30 april 2003 een schriftelijke opheldering over de redenen waarom het verslag nog steeds op zich laat wachten;