3. Une durée de 19 jours (28 mars-15 avril) est-elle aux yeux du ministre une durée sérieuse pour l'introduction d'une requête de première importance, et ne lui paraît-il pas inéquitable en ce sens qu'elle est, par son exiguité, de nature à favoriser de facto les éventuels candidats disposant d'une information de qualité supérieure, donc de moyens matériels importants, au détriment des autres ?
3. Is een periode van 19 dagen (28 maart-15 april) in de ogen van de minister een redelijke periode voor het indienen van een aanvraag die van groot belang is en vindt hij die niet onrechtvaardig in die zin dat ze door haar korte duur van aard is eventuele kandidaten die over informatie van hoog niveau en dus ook over belangrijke materiële middelen beschikken, de facto te bevoordelen ten aanzien van andere kandidaten ?