En effet, dans la mesure où l'article 21bis, § 3, inséré par la loi du 6 avril 1995 dispose que « nul ne peut porter le titre professionnel de kinésithérapie [lire : kinésithérapeute] s'il n'est titulaire de l'agrément visé au § 1 », et étant donné que ledit agrément peut être délivré à toute personne ayant suivi la formation de type long, on n'aperçoit pas la justification de la reconnaissance du titre de licencié aux non-universitaires.
In zoverre artikel 21bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 6 april 1995, bepaalt dat « niemand [.] de beroepstitel van kinesitherapeut [mag] dragen die niet houder is van de in § 1 bedoelde erkenning », en gelet op het feit dat de genoemde erkenning kan worden toegekend aan elke persoon die de opleiding van het lange type heeft gevolgd, ziet men geen verantwoording voor de toekenning van de titel van licentiaat aan niet-universitairen.