4° lorsque les bons de caisse, obligations et autres titres bancaires de créances visés à l'article 6, 3°, sont soit au nom d'une a
utre personne que l'ayant droit desdits avoirs, soit dématérialisés au nom d'une a
utre personne que l'ayant droit desdits avoirs, soit en dépôt à découvert au nom d'une a
utre personne que l'ayant droit des ...[+++]dits avoirs, ils ne sont pris en considération en vue d'un remboursement au titre de la protection des dépôts, que si le détenteur
prouve qu'il en est devenu propriétaire en vertu d'un droit acquis antérieurement à la date de la défaillance déterminée en vertu de l'article 5;
4° wanneer de kasbons, obligaties en andere bancaire schuldvorderingsbewijzen als bedoeld in artikel 6, 3°, hetzij op naam zijn gesteld van een a
ndere persoon dan de rechthebbende van die tegoeden, hetzij gedematerialiseerd zijn op naam van een a
ndere persoon dan de rechthebbende van die tegoeden, hetzij in open bewaargeving zijn gegeven op naam van een a
ndere persoon dan de rechthebbende van die tegoeden, worden zij slechts in aan
...[+++]merking genomen voor een terugbetaling in het kader van de depositobescherming, als de houder ervan bewijst dat hij er eigenaar van geworden is krachtens een recht verworven vóór de datum van deficiëntie bepaald overeenkomstig artikel 5;