Traduction de «aérienne syndicat force » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

atterrissage forcé pendant le décollage, membre de l'équipage au sol ou employé d'une compagnie aérienne blessé
noodlanding tijdens opstijgen, grondpersoneelslid of luchtvaartmaatschappijwerknemer gewond

armée de l'air [ force aérienne ]
luchtmacht

Forces aériennes et maritimes de Méditerranée | MARAIRMED [Abbr.]
Marineluchtmachteenheden in de Middellandse Zee | MARAIRMED [Abbr.]

forces aériennes stratégiques | FAS [Abbr.]
strategische luchtmacht | SAF [Abbr.]

Commandement de l'aviation stratégique | commandement des forces aériennes stratégiques | CFAS [Abbr.]
commando van de strategische luchtmacht

Force aérienne
Luchtmacht

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Vu la loi du 10 avril 1973 portant création de l'Office central d'action sociale et culturelle du Ministère de la Défense, modifiée par la loi du 28 décembre 1973 relative aux propositions budgétaires 1973-1974, par la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, par les arrêtés royaux n° 90 du 20 août 1982, n° 485 du 22 décembre 1986, par la loi programme du 2 août 2002 et par la loi du 27 décembre 2006, notamment les articles 5 et 6;
Gelet op de wet van 10 april 1973 houdende oprichting van een Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging, gewijzigd bij de wet van 28 december 1973 betreffende de budgettaire voorstellen 1973-1974, bij de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, bij de koninklijke besluiten nr 90 van 20 augustus 1982, nr. 485 van 22 december 1986, de programmawet van 2 augustus 2002 en de wet van 27 december 2006, inzonderheid op de artikelen 5 en 6;

« L'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il considère comme représentative de plein droit pour l'application de la loi du 11 juillet 1978, toute organisation syndicale agréée au sens de l'article 12 qui est affiliée à une organisation syndicale représentée au conseil national du travail, alors que d'une part les organisations qui siègent au conseil national du travail n'apparaissent, dans les faits, nullement représentatives du personnel visé à l'article 1 de la loi du 11 juillet 1978 précitée et alors que, d'autre part, l'effet de cette représentativité de plein droit a pour conséquence qu'une seule organisation syndicale professionnelle de militaires peut être considérée comme représentative, conformément à l'alinéa 2 de l'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical ?
« Schendt artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzover dit artikel ' elke syndicale organisatie erkend in de zin van artikel 12 die aangesloten is bij een syndicale organisatie die in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd is ' ambtshalve als representatief beschouwt voor de toepassing van de wet van 11 juli 1978, terwijl enerzijds de organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad in de praktijk geenszins representatief blijken te zijn voor het personeel genoemd in artikel 1 van de genoemde wet van 11 juli 1978, en terwijl anderzijds deze ambtshalve representativiteit tot gevolg heeft dat slechts één enkele professionele vakorganisatie van militairen als representatief kan worden beschouwd, overeenkomstig het tweede lid van artikel 5 wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst ?

2. L'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il considère comme représentative de plein droit pour l'application de la loi du 11 juillet 1978, ' toute organisation syndicale agréée au sens de l'article 12 qui est affiliée à une organisation syndicale représentée au Conseil national du travail ', alors que, d'une part, les organisations qui siègent au Conseil national du travail n'apparaissent, dans les faits, nullement représentatives du personnel visé à l'article 1 de la loi du 11 juillet 1978 précitée et alors que, d'autre part, l'effet de cette représentativité de plein droit a pour conséquence qu'une seule organisation syndicale professionnelle de militaires peut être considérée comme représentative, conformément à l'alinéa 2 de l'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical ?
2. Schendt artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzover dit artikel ' elke syndicale organisatie erkend in de zin van artikel 12 die aangesloten is bij een syndicale organisatie die in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd is ' ambtshalve als representatief beschouwt voor de toepassing van de wet van 11 juli 1978, terwijl enerzijds de organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad in de praktijk geenszins representatief blijken te zijn voor het personeel genoemd in artikel 1 van de genoemde wet van 11 juli 1978, en terwijl anderzijds deze ambtshalve representativiteit tot gevolg heeft dat slechts één enkele professionele vakorganisatie van militairen als representatief kan worden beschouwd, overeenkomstig het tweede lid van artikel 5 wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst ?

2. L'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il considère comme représentative de plein droit pour l'application de la loi du 11 juillet 1978, ` toute organisation syndicale agréée au sens de l'article 12 qui est affiliée à une organisation syndicale représentée au Conseil national du travail ', alors que, d'une part, les organisations qui siègent au Conseil national du travail n'apparaissent, dans les faits, nullement représentatives du personnel visé à l'article 1 de la loi du 11 juillet 1978 précitée et alors que, d'autre part, l'effet de cette représentativité de plein droit a pour conséquence qu'une seule organisation syndicale professionnelle de militaires peut être considérée comme représentative, conformément à l'alinéa 2 de l'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical ?
2. Schendt artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzover dit artikel ` elke syndicale organisatie erkend in de zin van artikel 12 die aangesloten is bij een syndicale organisatie die in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd is ' ambtshalve als representatief beschouwt voor de toepassing van de wet van 11 juli 1978, terwijl enerzijds de organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad in de praktijk geenszins representatief blijken te zijn voor het personeel genoemd in artikel 1 van de genoemde wet van 11 juli 1978, en terwijl anderzijds deze ambtshalve representativiteit tot gevolg heeft dat slechts één enkele professionele vakorganisatie van militairen als representatief kan worden beschouwd, overeenkomstig het tweede lid van artikel 5 wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst ?

Art. 8. Dans l'article 4 et dans l'article 7, § 3, du même arrêté, les mots " à une des associations ou organisations visées à l'article 16 de la loi du 14 janvier 1975 portant le règlement de discipline des Forces armées" sont remplacés par les mots " à une des organisations visées à l'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical».
Art. 8. In artikel 4 en in artikel 7, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden " van/tot één van de verenigingen of organisaties bedoeld in artikel 16 van de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht" vervangen door de woorden " van/tot één van de organisaties bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst».

Liste des membres du Comité: Herman DE CROO Président, sénateur, ancien ministre belge des transports S.A. l'AGA KHAN Actionnaire majoritaire de Meridiana Pieter BOUW Président de KLM, compagnie royale néerlandaise de transports aériens Bjarne HNASEN Président de Maersk Air Geoffrey LIPMAN Président du World Travel Tourism Council Henri MARTRE Membre du directoire et ancien président- directeur général de l'Aérospatiale João Maria OLIVEIRA MARTINS Ancien ministre portugais des transports Gonzalo PASCUAL Président de Spanair Manfred SCHöLCH Vice-président du directoire de l'aéroport de Francfort Guillermo SERRANO Président du directoire d'Amadeus René VALLADON Président du Conseil commun de la navigation aérienne (syndicat "Force ouvrière") Jürgen WEBER Président du directoire de la compagnie aérienne allemande Lufthansa MESSAGE DU PRESIDENT Contexte général Qui aurait pu prédire il y a un siècle, lorsque le rêve d'Icare devint réalité, que l'aviation occuperait une place aussi importante dans notre société ?
Leden van het Comité: Herman DE CROO Voorzitter, senator, voormalig Belgisch minister van verkeerswezen The Aga KHAN Zijne Hoogheid, meerderheidsaandeelhouder van Meridiana Pieter BOUW Voorzitter van de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij KLM Bjarne HANSEN Voorzitter van Maersk Air Henri MARTRE Lid van de Raad van Bestuur en voormalig president-directeur van Aérospatiale Geoffrey LIPMAN Voorzitter van de World Travel Tourism Council João Maria OLIVEIRA MARTINS Voormalig Portugees minister van verkeer Gonzalo PASCUAL Voorzitter van Spanair Mafred SCHÖLCH Vice-voorzitter van de Raad van Bestuur van de luchthaven van Frankfurt Guillermo SERRANO Voorzitter van de Raad van Bestuur van Amadeus René VALLADON Voorzitter van de Joint Civil Aviation Council Jürgen WEBER Voorzitter van de Directieraad van de Duitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER Overzicht Wie zou, toen een eeuw geleden de droom van Icarus werkelijkheid werd, de belangrijke positie die de luchtvaart thans in onze maatschappij inneemt hebben kunnen voorspellen ?

2. La loi du 21 avril 1994 modifiant la loi du 14 janvier 1975 portant le règlement de discipline des forces armées et la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical et son arrêté d'application (arrêté royal du 25 avril 1996) continuent, selon moi, à consacrer une discrimination injustifiable en faveur des syndicats représentés au Conseil national du travail et en défaveur des organisations purement professionnelles, alors que ces dernières devraient logiquement être favorisées, sinon seules autorisées.
2. De wet van 21 april 1994 tot wijziging van de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht en van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst en het koninklijk besluit van 25 april 1996 tot uitvoering van die wet bevestigen mijns inziens de onverantwoorde discriminatie van de zuivere beroepsorganisaties ten voordele van de in de Nationale arbeidsraad vertegenwoordigde vakbonden, terwijl normaal gesproken precies de eerstgenoemden bevoordeeld of zelfs als enige toegelaten zouden moeten worden.

Concernant le droit d'association, pour autant que celle-ci se rapporte à l'adhésion à un syndicat pour la défense des intérêts professionnels, le militaire belge est libre, sur la base de l'article 1er de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, modifié par la loi du 21 avril 1994, de s'affilier soit à une organisation syndicale professionnelle de militaires, soit à une organisation syndicale affilée à une organisation syndicale représentée au Conseil national du travail.
Wat betreft het recht op vereniging, in zoverre dit slaat op de toetreding tot een vakbond ter verdediging van de beroepsbelangen, staat het de militair vrij, op grond van artikel 1 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht-, en de zeemacht en van de medische dienst, gewijzigd bij de wet van 21 april 1994, zich aan te sluiten hetzij bij een professionele syndicale organisatie van militairen, hetzij bij een syndicale organisatie die is aangesloten bij een in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde syndicale organisatie.

PROJET DE LOI modifiant la loi du 14 janvier 1975 portant le règlement de discipline des forces armées et la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical.
WETSONTWERP tot wijziging van de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht en van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst.

PROPOSITION DE LOI modifiant la loi du 14 janvier 1975 portant le règlement de discipline des forces armées et modifiant la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical.
WETSVOORSTEL tot wijziging van de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht en tot wijziging van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, lucht- en de zeemacht en van de medische dienst.