4. Un État contractant communique, à la demande de l'autre État contractant, des renseignements détenus par une banque, un établissement financier, un mandataire ou une personne agissant en tant qu'agent ou fiduciaire.
4. Op vraag van de andere overeenkomstsluitende Staat deelt een overeenkomstsluitende Staat inlichtingen mee die in het bezit zijn van een bank, een financiële instelling, een gevolmachtigde of een persoon die optreedt als tussenpersoon of als fiduciaire.