133. condamne le recours barbare au viol comme arme de guerre et insiste sur la nécessité, pour la communauté internationale, de continuer à affirmer clairement que tout viol en temps de guerre constitue une violation du droit humanitaire international et des conventions internationales; appelle à une réponse légale ferme en termes de poursuites et de réparation; rappelle que le statut de Rome, qui a créé la CPI en 2000, classe nettement le viol parmi les crimes contre l'humanité;
133. veroordeelt het barbaarse gebruik van verkrachting als oorlogsmiddel en stelt met klem dat de internationale gemeenschap krachtig moet blijven uitdragen dat het gebruik van verkrachting in oorlogssituaties een schending van het internationale humanitaire recht en van internationale verdragen vormt; roept op tot een krachtige juridische reactie in termen van vervolging om deze misdrijven niet ongestraft te laten; merkt op dat het Verdrag van Rome, krachtens welk in 2000 het ISH is opgericht, verkrachting duidelijk classificeert als misdaad tegen de menselijkheid;