2.3. «largeur du véhicule»: la distance qui sépare deux plans parallèles au plan médian longitudinal du véhicule et qui touche le véhicule de part et d'autre dudit plan en excluant les rétroviseurs, les feux de position latéraux, les indicateurs de pression de pneus, les indicateurs de direction, les feux de position, les bavettes garde-boue et la partie incurvée des flancs du pneu située immédiatement au-dessus du point de contact avec le sol;
2.3". voertuigbreedte": de afstand tussen twee vlakken, evenwijdig aan het middenlangsvlak van het voertuig die het voertuig aan weerszijden van voornoemd vlak raken, de buitenspiegels, zijmarkeringslichten, bandendrukindicators, richtingaanwijzers, breedtelichten, flexibele spatlappen en de bolling van de zijkanten van de banden onmiddellijk boven het contactvlak met het wegdek echter buiten beschouwing gelaten;