(6) Les autorités compétentes doivent pouvoir évaluer, sur une base consolidée, la situation financière des établissements de crédit, des entreprises d'investissement et des entreprises d'assurance appartenant à un conglomérat financier, notamment en ce qui concerne leur solvabilité et le double emploi d'instruments de fonds propres, qu'il convient d'éviter, les concentrations de risques et les transactions intragroupe.
(6) De bevoegde autoriteiten dienen de financiële situatie van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen die van een financieel conglomeraat deel uitmaken, op groepsniveau te kunnen beoordelen, met name wat betreft solvabiliteit (onder meer ter voorkoming van multiple gearing van eigenvermogensinstrumenten), risicoconcentratie en transacties binnen de groep.