2) Les ouvertures de pont ayant des surbaux ou des seuils de moins de 600 millimètres de haut doivent être munies de garde-corps tels que des balustrades ou des bastingages mobiles ou à charnières.
2) Dekopeningen voorzien van luikhoofden of drempels waarvan de hoogte minder dan 600 millimeter bedraagt, moeten zijn uitgerust met beveiligingsmiddelen zoals scharnierende of verplaatsbare relingen of netwerk.