Le CONSEIL D'ÉTAT, section de législation, saisi par le ministre des Affaires étrangères, le 5 février 1996, d'une demande d'avis sur un avant-projet de loi « portant assentiment à la Convention des Nations unies sur le droit de la mer, faite à Montego Bay le 10 décembre 1982 et à l'Accord relatif à l'application de la partie XI de la Convention des Nations unies sur le droit de la mer du 10 décembre 1982, fait à New York le 28 juillet 1994 », après avoir examiné l'affaire à la huitième chambre les 27 février et 5 mars 1997, a donné en chambres réunies le 22 avril 1997 l'avis suivant :
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, op 5 februari 1996 door de minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem van advies te dienen over een voorontwerp van wet « houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, gedaan te Montego Bay op 10 december 1982 en met de Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van deel XI van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982, gedaan te New York op 28 juli 1994 », heeft, na de zaak te hebben onderzocht in de achtste kamer op 27 februari en 5 maart 1997, in verenigde kamers op 22 april 1997 het volgende advies gegeven :