Les membres ne prenant pas part au vote et les observateurs, à l'exception du président, du directeur exécutif et du représentant de la BCE nommé par le comité de surveillance, n'assistent pas aux discussions du conseil des autorités de surveillance portant sur des établissements financiers individuels, sauf dispositions contraires prévues à l'article 75, paragraphe 3, ou dans les actes visés à l'article 1, paragraphe 2».
De leden zonder stemrecht en de waarnemers, met uitzondering van de voorzitter, de uitvoerend directeur en de door de raad van toezicht van de ECB benoemde vertegenwoordiger, zijn niet aanwezig bij besprekingen in de raad van toezichthouders die betrekking hebben op individuele financiële instellingen, tenzij anders bepaald in artikel 75, lid 3, of de in artikel 1, lid 2, bedoelde handelingen”.