Surabondamment, l'absence de justification raisonnable pour la distinction critiquée peut se déduire de la circonstance que les associations sans but lucratif belges et les associations internationales à but scientifique peuvent, en vertu de l'article 59, 2°, non modifié, du Code des droits de succession, prétendre sans distinction au tarif réduit de 8,80 p.c., quelles soient situées ou non en Région flamande.
Het gebrek aan redelijke verantwoording van het bestreden onderscheid kan ten overvloede worden afgeleid uit de omstandigheid dat Belgische verenigingen zonder winstoogmerk en internationale verenigingen met wetenschappelijk doel, blijkens het ongewijzigde artikel 59, 2°, van het Wetboek der Successierechten, wel zonder onderscheid naargelang ze al dan niet gelegen zijn in het Vlaamse Gewest aanspraak kunnen maken op het verlaagde tarief van 8,80 pct.