La Belgique et la France, considérant leur intérêt à la réalisation du programme Végétation, déjà objet d'une coopération entre la Communauté européenne, l'Italie, la Suède, la Belgique et la France (1), signent un troisième Avenant le 20 décembre 1994, conformément aux Articles 12-2 de l'Accord de base et 5-2 du deuxième Avenant permettant une prolongation « par accord mutuel pour la durée de fonctionnement des modèles de vols ultérieurs ».
Omdat België en Frankrijk zich bewust zijn van het nut van het Vegetatie-programma, dat reeds het voorwerp was van een samenwerkingsverband tussen de Europese Gemeenschap, Italië, Zweden, België en Frankrijk (1), ondertekenen ze op 20 december 1994 een derde Aanvullende Overeenkomst op grond van de artikelen 12-2 van de Basisovereenkomst en 5-2 van de tweede Aanvullende Overeenkomst welke voorzien in de mogelijkheid « ze in wederzijds akkoord te verlengen voor de werkingsduur van de latere vluchtmodellen ».